Ook goedemorgen…..!

Om fit wakker te worden is een goede nachtrust een vereiste. Sommigen vallen al in slaap als ze hun kussen ruiken, maar menigeen ziet de klok traag voorbij tikken.

Slapen…. Wat is het? En waarom is een goede nachtrust zo belangrijk? Tijd om er eens in te duiken.

Slapen is een periode van inactiviteit en afwezigheid van wakend bewustzijn, waarbij het lichaam tot rust komt. Tijdens de slaap treden allerlei veranderingen op in het lichaam: onze spieren ontspannen, de hartslag en ademhaling vertragen. Prikkels worden geblokkeerd waardoor ons bewustzijn wordt verlaagd en we ons afsluiten van de buitenwereld.

Slapen doen we in cycli, 4 tot 5 per nacht. Deze cycli hebben allemaal dezelfde opbouw en volgen elkaar op. Een cyclus bestaat uit 5 fasen die zich onderscheiden door de mate van hersenactiviteit en oogbeweging en duurt in totaal ongeveer tussen de 80 en 110 minuten.

 

  • Fase 1: lichte slaap, de overgang tussen waken en slapen. Je hersenactiviteit neemt langzaam af. Je begint te knikkebollen en valt uiteindelijk in slaap.
  • Fase 2: het begin van de slaap. Je slaapt nog licht, maar wordt niet meer wakker van elk geluid wakker. Als je in deze fase wakker wordt, heb je niet het gevoel dat je hebt geslapen.
  • Fase 3: de overgangsfase naar diepe slaap: je ademhaling wordt regelmatig, je spieren ontspannen en je hartritme daalt.
  • Fase 4: de diepe slaap. Je ademhaling en hartritme zijn op zijn laagst. Als je in deze fase wordt gewekt, heb je ven tijd nodig om je oriënteren. Dit is de fase waarin fysiek herstel op treedt.
  • Fase 5: de droomslaap of REM slaap (Rapid Eye Movement). In deze fase is er sprake van grote hersenactiviteit. Je spieren zijn totaal ontspannen, je hartslag is onregelmatig en je bloeddruk stijgt. Dit is ook de fase waarin je droomt en heeft als functie de geest te verfrissen en de ervaringen van de dag te verwerken.

Na deze REM slaap ontwaak je kort (en vaak onbewust). Daarna begint de cyclus weer opnieuw.

In het begin van de nacht zijn de fases van diepe slaap het langst, terwijl aan het eind van de nacht het aandeel van de lichte slaap en de droomslaap toeneemt.

Hoeveel slaap je nodig hebt, verschilt per persoon. De beste graadmeter ben je zelf. Slaap je minder dan nodig, dan merk je dat overdag: je voelt je moe, snel geïrriteerd en je hebt moeite om je te concentreren..

Fijn natuurlijk zo’n optimaal plaatje, maar helaas blijkt de werkelijkheid vaak anders. Door onze huidige leefstijl kampt een derde van de bevolking met slaapproblemen. Hoe dat komt en wat je hieraan kunt doen kun je lezen in mijn volgende blog.

 

Laat een reactie achter